De vorige keer dat het zo sneeuwde (twee jaar geleden) heb ik de volgende tekst geschreven. Kwam hem laatst toevallig weer tegen toen ik bezig was met nadenken over God en dat ik niet echt meer met Hem bezig ben... Vond hem nu wel weer toepasselijk :)
Het was de eerste keer dat ze zoveel sneeuw zag. Het witte goedje had een hele witte deken achtergelaten, en als ze een stap zette, zakte ze tot haar enkels in de sneeuw. De laatste keer dat dát was gebeurt, was ze 3 geweest en nog heel klein. Nu voelde ze zich ook weer klein. Een glimlach speelde rond haar mond bij het geluid van het geknerp onder haar voeten.
'Wat fijn dat je ervan geniet' hoorde ze opeens een zachte stem, die ik zo goed kende van vroeger. Vroeger, toen ze nog zo dichtbij elkaar waren. Vroeger, toen alles nog wit als sneeuw was... De tranen sprongen in haar ogen. Eindelijk, na al die tijd, hoorde ze zijn stem weer. 'Ik heb u gemist...' fluisterde ze. 'Ik heb u zó vreselijk gemist. Ga nu alstublieft niet weer weg...'
Ze bleef doorlopen, stappen zettend in de verse sneeuw. De stem was weg, maar ze genoot nog steeds van de sneeuw. Toen, opeens, weer de stem. 'Weet je... Toen ik de sneeuw bedacht, had ik jou al in gedachte. Ik wist dat je zou genieten van het geluid dat het onder je voeten maakt. Ik wist dat jij je weer klein en geborgen zou voelen als het sneeuwde. Er is niets dat ik liever doe dan jou gelukkig maken.'
Een koude traan rolde over haar wang. Wat was ze toch egoistisch geweest. Ze had alleen aan zichzelf gedacht, terwijl hij zelfs bij de kleine details op haar lette. 'Waarom wilt u mij gelukkig maken? Ik doe zoveel dingen fout...' riep ze uit. 'Je hoeft niets goed te doen om mijn liefde te verdienen... Ik laat het sneeuwen voor goede en slechte mensen...' Een paar sneeuwvlokjes waaiden op en streelden langs haar wang als bevestiging. De wind blies haar tranen droog.
'Er is niets dat ik liever zie dan jou gelukkig...' Een warm gevoel overmeesterde haar. 'Ik wil u ook gelukkig maken...' fluisterde ze. 'Maar hoe?' Ze hoorde zijn lach in de wind. 'Kind, je weet niet half hoe gelukkig je mij maakt. Als ik je zie lachen, als ik je zie genieten... Dan weet ik dat ik mijn werk goed heb gedaan. Maar soms maak je me ook zó ongelukkig. Als je zo ver weg van mij bent, als je me verlaat voor een ander. Als je denkt jezelf gelukkig te maken en mij vergeet deelgenoot te maken. Als je keuzes maakt waarvan ik al weet dat ze je niet écht gelukkig maken...'
Er ging een golf van verrukking door haar heen. Is dát het? Is dát de manier waarop ik u gelukkig kan maken? 'Ja....' de stem klonk al wat zachter. 'ik wist wel dat de sneeuw je hart zou laten smelten...'